Mijn weg vervolgde zich bij Ibach in Schwelm. Deze waren inmiddels een joint venture aangegaan met het Koreaanse Daewoo. Ibach was in het bezit van de naam Schiedmayer, en deze werd op dat moment ingezet voor de piano’s afkomstig uit Korea. De gehele pianowereld sprak schande van dit “verraad”. Maar door de jaren heen zou blijken dat, wat iemand mij toen al in vertrouwen vertelde, Ibach nog maar de eerste was.
In Leipzig maakte ik al instrumenten van “fabrieksloze fabrikanten” zoals Pfeiffer en Feurich, die overigens glashard beweerden dat deze instrumenten uit hun eigen fabriek kwamen. Niet geheel onwaar, want na ons werk gingen er inderdaad Pfeiffer instrumenten naar omgeving Stuttgart waar eigen vakmensen er de laatste hand aan legden teneinde de gewenste karakteristieke toon en speelaard te verkrijgen. Maar er waren meer vergelijkbare voorbeelden in die tijd.
De Duitse piano industrie heeft door de jaren heen altijd last gehad van goedkope concurrentie. Eerst de DDR, daarna Tsjechië, Polen, Japan, Korea, China en Indonesië. En welke handelsgeest wil hier geen graantje van mee pikken.
In 2001 werkte ik in Tokyo voor de Bechstein importeur. De Hoffmann instrumenten (made by Bechstein) haalden we uit dozen waar Petrof op stond.
Toen ik een jaar later in Stuttgart werkte verkochten ze daar dezelfde Petrof piano’s onder de naam Euterpe.
In deze lijn is het dan ook niet meer dan logisch dat meerdere Duitse pianofabrieken zich achter de oren gingen krabben en probeerden hun goede naam in te zetten om ook omzet in het lagere segment te realiseren. In navolging van Steinway en Bechstein heeft zo ook Schimmel een Chinese, Europese en een Duitse lijn geproduceerd.
Om de goede naam van Duitse producten te waarborgen heeft de Duitse staat het label “made in Germany” beschermd en regels opgesteld. Ik meen dat bij een kostenverdeling waarbij 70% aan Duitse grondstoffen en lonen besteed wordt het predicaat “made in Germany” gegeven mag worden. Helaas vind ik hierover echter verschillen tegenstrijdige berichten.
Inmiddels hadden in 2008 bijna alle Duitse fabrikanten wel een breder productpallet met daarin ook niet-Duitse fabricaten. En wat is makkelijker verkopen: een goedkope piano van een Duitse leverancier of een duurdere?
Doordat het productpallet wel vergrootte maar het marktaandeel niet was het gevolg dat de kwaliteitsinstrumenten uit eigen Duitse productie steeds minder verkocht werden. En zowel de verkoopkanalen (dealers) als ook de klanten langzaam aan steeds verder overtuigd raakten van de stijgende kwaliteit van instrumenten uit lage lonen landen, al dan niet door de Duitse fabrieken zelf aangereikt. Want: Duitse kennis, Duitse tussenleverancier, zelfs Duitse materialen.
Zodoende heeft meneer Ibach toch het gelijk aan zijn zijde gekregen. Was hij de eerste die begon met de Aziatische samenwerking, de eerste die besefte dat er geen weg terug was en de eerste die de deur achter zich dicht trok en momenteel zijn Dollars anders investeert. Misschien wel in aandelen Pearl River.