Net als de handelsgeest. Waren de woensdag, donderdag en vrijdag vroeger uitsluitend voor handelaren bestemd. En de zaterdag en zondag voor “Jan publiek”. Zo zijn alle dagen inmiddels “bezoekersdagen”.
De wereld en de handel zijn mondialer geworden. Presentaties vinden we op Youtube en niet meer in een “VIP Lounge” op de beurs. Prijsonderhandelingen zijn mede door Europese wetgeving vrijwel onmogelijk geworden en daarmee voor iedereen gelijk, waardoor een beursbezoek al snel overbodig wordt. En bovenal, de Europese markt is verzadigd en daardoor oninteressant geworden voor onze Aziatische broeders die met hun onmetelijke thuismarkt voldoende kapitaal hebben vergaard om de armlastige Europese pianofabrieken eerst financieel te steunen, om hen vervolgens in te lijven en uiteindelijk te kunnen inzetten binnen de Aziatische markt waar Europese namen en merken nog wel gewaardeerd en grote getalen gekocht worden.
Waar de piano binnen de meeste Europese huishoudens de afgelopen 100 jaar een redelijk vaste plek heeft gevonden is dit in China nog niet het geval en is een grote inhaalslag begonnen binnen de Chinese gezinnen om wel een piano in huis te halen. Zodoende zijn de verkoopaantallen in China niet alleen vele malen hoger vanwege het grotere aantal inwoners, maar ook vanwege de hoge interesse en het procentuele aandeel dat de piano nog kan winnen. Kortom, een win-win-win situatie in het kwadraat. Hierbij is het vervolgens niet moeilijk te begrijpen dat een vertegenwoordiger in China met veel minder moeite vele malen meer piano’s verkoopt dan een vertegenwoordiger in Europa.
Zo is bijvoorbeeld Wilhelm Steinberg inmiddels al bijna volledig uit het Nederlandse (en ook Europese) marktbeeld verdwenen. Niet omdat het slechte instrumenten zijn, of omdat de Europese dealers ze niet willen verkopen. Maar omdat het gewoonweg geen prioriteit heeft voor de eigenaar die vele malen meer instrumenten wegzet in Azië.
Inmiddels zijn vrijwel alle Europese fabrikanten het Aziatische avontuur aangegaan, dan wel overgenomen door Aziatische aandeelhouders. Steinway & Sons (Bosten by Kawai en Essex by Pearl River), Bösendorfer (Yamaha), Seiler (Samick), Feurich (Hailun) en Wilhelm Steinberg (Parson) waren al langer bekend. Onlangs werden door overnames de merken Grotrian-Steinweg (Parson) en Schimmel (Pearl River) aan dit rijtje toegevoegd.
Soms ook brengt zo’n overname een plotselinge verandering met zich mee die niet altijd even subtiel gebracht wordt. Zo mochten de medewerkers van Wilhelm Steinberg (Eisenberg, D) afgelopen beurs de beursstand opbouwen waarbij ze bij het uitpakken mochten lezen dat er op “hun” instrumenten “made in Braunschweig” staat. Blijkbaar een Chinese wijze van ontslag aanzeggen…
Toch waren er ook nieuwe, futuristische ontwikkelingen.
Zo presenteerde Yamaha een nieuwe zelf spelende vleugel, de nieuwe Disklavier “enspire”. Deze wordt nu met de nieuwste software volledig gestuurd door een app op de ipad, wat de bediening en het gebruik vele malen gebruikersvriendelijk maakt. Dus geen combinaties van knopjes meer op de vleugel zelf, maar bedienen vanuit je luie stoel. Waarbij de vleugel natuurlijk is aangesloten op het internet zodat alle nummers direct gedownload kunnen worden of de speciaal voor Disklavier ontwikkelde radio-stream doorspeelt.
Ook Steingraeber & Söhne had een primeur op de stand. Door een nauwe samenwerking met Hurstwood Farms was hier een volledig uit carbon geconstrueerde vleugel te bewonderen. En dan niet een replica van een conventionele vleugel, maar een volledig nieuw geconstrueerd concept. Op basis van metingen en berekeningen is er dus een “nieuwe vleugel” ontworpen uit carbon. Aangestuurd door een conventioneel vleugelmechaniek, met vilten hamerkoppen en dempers. Maar natuurlijk ook met de befaamde WNG mechaniek onderdelen die deels uit carbon vervaardigd zijn.
Ook de zangbodem is vervaardigd uit Carbon, een principe dat Steingraeber al langer toepast in vleugels die naar locaties gaan met een zeer onzekere luchtvochtigheid. (bijvoorbeeld Cruiseschepen) Vanwege een bijzondere kamconstructie, waarbij een soort van katrollen de snaren op de kam vast houden, kan er zodoende klank worden doorgegeven zonder dat er een bolling en daarmee druk van de bodem nodig is.
Teneinde is inmiddels niet meer te ontkennen dat vrijwel alle grotere Europese bedrijven geen grote reparaties meer zelf uitvoeren, maar deze direct doorsturen naar enorme werkplaatsen en grootschalige reparatie ateliers in Polen. Deze bedrijven steken elkaar inmiddels de loef af op de beurs waar ze met grootse merken en instrumenten van vroeger naam proberen te maken bij het publiek.
De markt verandert, het aanbod verandert, de consument verandert… Deels is de traditionele pianowereld hiervan het slachtoffer geworden, en zijn er dingen verdwenen die nooit meer zullen terugkomen. Maar deels ook worden deze ontwikkelingen geweldig opgepakt, doorontwikkeld en weer aangeboden waardoor ook voor onze branche toch weer een geweldig interessante toekomst gloort.